Stripverhalen zijn een vorm van verhalen vertellen waarbij afbeeldingen en teksten samenkomen om een narratief te creëren. Ze hebben hun oorsprong in oude beschavingskunst, maar moderne stripverhalen, zoals we die nu kennen, ontstonden in de 19e eeuw. Ze zijn wereldwijd populair geworden, met een rijke geschiedenis in verschillende culturen.
Er zijn verschillende soorten stripverhalen te koop, waaronder superheldenverhalen, humoristische strips, graphic novels en educatieve strips. Ook zijn er strips voor kinderen en volwassenen, waarbij elke doelgroep zijn eigen stijl en thema's heeft. De verscheidenheid maakt het mogelijk voor iedereen om iets te vinden dat hen aanspreekt.
Stripverhalen hebben een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Van simpele cartoons in kranten tot complexe graphic novels die diepere thema's en volwassen verhalen verkennen, de evolutie is opmerkelijk. In de jaren 50 en 60 zagen we een grote bloei in superheldenstrips, terwijl de jaren 80 en 90 meer ruimte gaven aan onafhankelijke en alternatieve stripboeken.
Enkele bekende auteurs en kunstenaars in de wereld van stripverhalen zijn bijvoorbeeld Hergé, de maker van Kuifje, en Osamu Tezuka, de 'Godfather of Manga'. Ook hedendaagse stripauteurs zoals Marjane Satrapi en Alison Bechdel hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van de kunstvorm en het uitbreiden van de thema's die in strips worden behandeld.
Wat stripverhalen uniek maakt als kunstvorm is de combinatie van visuele kunst en tekst. Dit zorgt voor een dynamische manier van verhalen vertellen die de lezer verbindt met de personages en hun avonturen op een unieke manier. Bovendien zijn stripverhalen vaak toegankelijk voor een breed publiek, waardoor ze een krachtig medium zijn voor communicatie en expressie.