In de astronomie verwijst zenit naar het punt aan de hemel dat recht boven de waarnemer ligt. Dit punt is dus het hoogste punt dat je kunt zien wanneer je recht omhoog kijkt. Het is een belangrijk concept, vooral in de sterrenkunde, omdat het helpt bij het begrijpen van de posities van sterren en andere hemellichamen.
Een eenvoudige manier om het zenit te bepalen is door het gebruik van een goniometer of een andere meetinstrument waarmee je hoeken kunt meten. Wanneer de zon op zijn hoogste punt staat, is het zenit gelijk aan 90 graden ten opzichte van de horizon. Dit kan ook visueel worden vastgesteld wanneer je een schaduw hebt die zo kort mogelijk is.
Het begrip zenit heeft ook toepassingen buiten de astronomie. Bijvoorbeeld, in de architectuur kan het helpen bij het ontwerpen van gebouwen met het beste zicht op de lucht en natuurlijk licht. Daarnaast gebruiken als het gaat om evenementen in de buitenlucht mensen vaak de term zenit om de beste tijd voor zonlicht te beschrijven.
Het zenit is cruciaal voor astronomen omdat het hen in staat stelt om de beweging van hemellichamen te volgen. Wanneer sterren en planeten hun hoogste punt bereiken, kunnen astronomen belangrijke gegevens verzamelen over hun posities en bewegingen. Dit vormt de basis voor veel astronomische berekeningen en observaties.
Nee, het zenit is niet alleen van toepassing op de zon. Elke hemellichaam, inclusief sterren en planeten, heeft een zenit ten opzichte van de waarnemer. Het zenit verandert echter afhankelijk van de tijd van de dag en de locatie van de waarnemer.