De belangrijkste ingrediënten voor de wildkeuken zijn natuurlijk wildvlees, zoals hert, wild zwijn of fazant. Daarnaast gebruik je vaak seizoensgebonden groenten, verse kruiden en verrassende smaakmakers zoals bessen of noten. Dit zorgt voor een heerlijke, authentieke en rijke smaak in je gerechten.
Bij het bereiden van wildvlees is het belangrijk om het goed te laten rijpen. Dit kan een paar dagen in de koelkast voordat je het gaat koken. Zorg ervoor dat je het vlees op kamertemperatuur laat komen voordat je begint met bakken of braden. Door het vlees langzaam te garen, blijft het sappig en mals. Maak het af met een lekkere saus op basis van bijvoorbeeld rode wijn en kruiden.
Er zijn tal van unieke wildgerechten die je kunt maken, zoals hertenstoofpot met paddenstoelen of een wild zwijn braadstuk met een cranberryglazuur. Denk ook aan een klassiek gerecht zoals wildpastei of een frisse salade met wilde kruiden en geroosterde noten. Dit maakt het koken met wild niet alleen lekker, maar ook variërend en spannend.
Wildkoken is interessant omdat het je in contact brengt met de natuur en seizoenen. Je leert meer over de oorsprong van je voedsel en hoe je op een duurzame manier kunt koken. Bovendien is het een unieke manier om jezelf uit te dagen in de keuken, omdat wild vaak andere bereidingsmethoden en smaken vereist dan gangbare vleesgerechten.
De beste seizoenen voor het jagen van wild zijn vaak de herfst en de winter. In deze periode zijn er optimaal veel diersoorten beschikbaar en is de smaak van het vlees op zijn best. Daarnaast zijn deze seizoenen perfect voor het bereiden van hartige, warme gerechten die passen bij het seizoen.