De Narnia boeken behandelen verschillende thema's zoals vriendschap, opoffering, goed versus kwaad en de zoektocht naar identiteit. Elk boek toont hoe de personages met deze thema's moeten omgaan, en ze bieden vaak diepe levenslessen die zowel kinderen als volwassenen aanspreken.
Belangrijke personages in de Narnia verhalen zijn onder anderen Aslan, de grote leeuw die een symbool van rechtvaardigheid en moed is, en de Pevensie-kinderen: Peter, Susan, Edmund en Lucy. Daarnaast zijn er ook belangrijke figuren zoals de Witte Heks en prins Caspian, die allemaal bijdragen aan de magie en spanning van de verhalen.
Hoewel elk Narnia boek op zichzelf staat, bouwen ze ook voort op elkaar. De verhalen zijn vaak verbonden door terugkerende personages en thema's, maar de toneel en het genre kunnen verschillen. Bijvoorbeeld, 'De Magische Toverstok' is meer avontuurlijk, terwijl 'De Laatste Strijd' een serieuzer en meer filosofisch verhaal is.
C.S. Lewis schreef Narnia om verhalen te vertellen die zowel vermakelijk als onderwijzend zijn. Hij wilde een wereld creëren waarin kinderen kunnen ontsnappen, maar tegelijkertijd belangrijke levenslessen leren. Narnia is ook geïnspireerd door zijn eigen geloof en waarden, wat zich weerspiegelt in de manier waarop goed en kwaad worden afgehandeld.
Aslan is een cruciaal personage in de Narnia serie; hij vertegenwoordigt de beloften van hoop, verlossing en rechtvaardigheid. Hij fungeert als een gids en een bron van kracht voor de kinderen, en zijn offers helpen de personages in hun zoektocht naar vrede en harmonie binnen Narnia. Zijn rol is niet alleen die van een held, maar ook van een mentor en een figuur van wijsheid.