Maria Magdalena speelt een belangrijke rol in het Nieuwe Testament, vooral in de evangeliën als de vrouw die Jezus volgde en hem diende. Ze is ook een van de eerste getuigen van de opstanding van Jezus, wat haar een centrale figuur maakt in het christelijke geloof. Haar aanwezigheid bij het kruis, en later bij het lege graf, toont haar toewijding aan Jezus en haar cruciale rol in de vroege christelijke gemeenschap.
De associatie van Maria Magdalena met berouw en zonde komt voort uit latere interpretaties van haar karakter, vooral in de middeleeuwen. Jarenlang werd zij gezien als een zondige vrouw die Jezus' genade zocht, maar deze voorstelling is inmiddels verleden tijd. De huidige kijk op Maria benadrukt haar rol als trouwe volgeling en leidster, in plaats van als een vrouw met een verleden van zonden.
Buiten de Bijbel zijn er verschillende geschriften die naar Maria Magdalena verwijzen, zoals het Evangelie van Maria, dat deel uitmaakt van de apocriefe geschriften. Dit evangelie laat zien dat Maria een belangrijke leraar was en dat ze een diepgaande relatie had met Jezus en haar medeleerlingen. Deze teksten bieden een ander perspectief op haar rol in de vroege kerk en de spirituele betekenis die zij had voor veel volgelingen.
De perceptie van Maria Magdalena is in de loop der tijd sterk veranderd. In de vroege kerk werd zij geëerd als een apostel en profetische figuur, maar in de middeleeuwen werd zij vaak afgeschilderd als de gevallen vrouw. Tegenwoordig wordt zij steeds meer gezien als een symbool van kracht, wijsheid en toegewijde liefde, en haar rol in de geschiedschrijving van het christendom wordt opnieuw gewaardeerd.
Belangrijke symbolen die verbonden zijn met Maria Magdalena zijn vaak een kruis, een fles met olie of parfum, en soms een haardos, die haar toewijding aan Jezus weerspiegelt. Deze symbolen worden vaak gebruikt in kunstwerken en liturgieën om haar leven en haar belangrijkste kenmerken als volgeling van Christus te benadrukken.