Lava is gesmolten gesteente dat vrijkomt uit een actieve vulkaan tijdens een uitbarsting. Het ontstaat diep in de aarde, waar extreem hoge temperaturen het gesteente doen smelten. Wanneer de druk in de magma-kamer toeneemt, kan het materiaal via vulkanische openingen naar de oppervlakte komen en daar stollen tot lava.
Er zijn verschillende soorten lava, zoals basaltische, andesitische en rhyolitische lava. Basaltische lava is vaak dunner en vloeit gemakkelijker, terwijl rhyolitische lava veel stroperiger is. Dit verschil in samenstelling zorgt voor verschillende uitbarstingstypen. Basaltische lava zorgt vaak voor rustige uitvloeiingen, terwijl rhyolitische lava explosieve uitbarstingen kan veroorzaken.
Lava kan een dramatische invloed hebben op het landschap. Wanneer het uit een vulkaan stroomt, kan het hele gebieden bedekken en de structuur van de aarde veranderen. Deze stromen kunnen nieuwe bergen vormen en het ecosysteem telkens opnieuw veranderen, waardoor nieuwe habitats ontstaan en oude worden vernietigd.
De gevaren van lava zijn significant. Bij een uitbarsting kan lava zich snel verspreiden, waardoor huizen en infrastructuur in gevaar komen. Ook kan hete lava branden veroorzaken en kunnen aswolk en gasuitstoot gezondheidsrisico's met zich meebrengen voor de omwonenden. Het is essentieel om altijd voorzichtig te zijn rondom actieve vulkanen en evacuatieplannen te volgen.
Lava speelt een cruciale rol in het ecosysteem. Het verrijkt de bodem met mineralen wanneer het afkoelt en stolt, wat planten en bloemen ondersteunt in hun groei. Bovendien, zelfs na een uitbarsting, kan de nieuwe grond leven ondersteunen voor verschillende organismen die zich daar vestigen. Dit maakt lava niet alleen een gevaar tijdens een uitbarsting, maar ook een bron van leven in latere stadia.