Een ECG, of elektrocardiogram, is bedoeld om de elektrische activiteit van je hart vast te leggen. Het toont de ritmes en de tijdsinterval tussen de hartslagen. Dit is cruciaal voor het opsporen van hartritmestoornissen, ischemie, of andere hartgerelateerde problemen.
Een ECG-rapport geeft je een overzicht van hoe je hart functioneert. Het bevat informatie zoals de hartslag, het ritme van de hartslagen, en of er tekenen zijn van een hartinfarct of andere afwijkingen. Het kan ook aanwijzingen geven over de algehele gezondheid van je hartspier.
Afwijkingen in een ECG herken je aan onregelmatigheden in de golven. Bijvoorbeeld, als de P-golf abnormaal is, kan dit wijzen op atriale fibrillatie. Een verbreed QRS-complex kan duiden op een probleem met de geleiding in de hartventrikels. Het is belangrijk om goed op deze details te letten.
Het laten maken van een ECG is belangrijk omdat het een diagnostisch hulpmiddel is dat artsen helpt om hartziekten vroegtijdig te identificeren. Vroegtijdige opsporing van mogelijke problemen kan leiden tot betere behandelopties en kan levens redden.
Verschillende factoren kunnen de resultaten van een ECG beïnvloeden, zoals stress, medicijngebruik, en zelfs de positie waarop je ligt tijdens het maken van de test. Daarnaast kunnen ook andere medische voorwaarden, zoals hoge bloeddruk of diabetes, invloed hebben op de resultaten.