Elke godsdienst heeft zijn eigen unieke waarden, maar onderliggende thema's zoals liefde, medemenselijkheid en respect voor het leven komen vaak terug. Bij het christendom speelt naastenliefde een centrale rol, terwijl in het boeddhisme het streven naar verlichting en mededogen belangrijk is. In het hindoeïsme zijn dharma (morele plicht) en karma (oorzaak en gevolg) cruciaal.
Religies beïnvloeden elkaar door wederzijdse uitwisseling van ideeën, praktijken en rituelen. Dit kan leiden tot syncretisme, waarbij elementen van verschillende religies worden gecombineerd. Bijvoorbeeld, de invloed van het boeddhisme op de volksreligie in China heeft geleid tot unieke mengvormen die kenmerkend zijn voor de regio. Dit proces kan ook leiden tot meer begrip en tolerantie tussen verschillende geloven.
Heilige geschriften bevatten de basisprincipes, verhalen en wetten die het leven en de waarden van gelovigen vormen. Voor veel mensen bieden deze teksten niet alleen spirituele leiding, maar ook antwoord op existentiële vragen. Voorbeelden zijn de Bijbel in het christendom, de Koran in de islam, en de Veda's in het hindoeïsme, die elk een leidraad vormen voor dagelijks leven en geloofsbeleving.
Spiritualiteit gaat vaak over persoonlijke ervaringen en de relatie met het hogere, terwijl religiositeit meer gestructureerd is en vaak betrekking heeft op georganiseerde geloofssystemen en gemeenschappen. Iemand kan bijvoorbeeld spiritueel zijn zonder zich aan te sluiten bij een formele religie. Dit onderscheid kan soms vervagen, afhankelijk van persoonlijke overtuigingen en ervaringen.
Geloof speelt een significante rol in de cultuur en tradities van een gemeenschap. Het kan zich uiten in feestdagen, rituelen en gebruikstradities die vaak diep geworteld zijn in religieuze geschiedenis. Bijvoorbeeld, het vieren van religieuze feestdagen zoals Pasen of Ramadhan kan niet alleen een spirituele betekenis hebben, maar ook een sociale functie vervullen door gemeenschappen samen te brengen.