Het verhaal van De kikkerkoning komt oorspronkelijk uit de Duitse folklore en is opgetekend door de gebroeders Grimm. Het sprookje werd voor het eerst gepubliceerd in het jaar 1812 in hun bekende verzameling van sprookjes. Het verhaal heeft door de jaren heen vele bewerkingen ondergaan, maar de kern blijft hetzelfde: een betoverde prins die in de gedaante van een kikker leeft.
De kikkerkoning biedt verschillende belangrijke lessen, zoals het idee dat ware schoonheid van binnenuit komt en hoe de kracht van belofte en trouw cruciaal is. Daarnaast leert het verhaal ons dat je niet moet oordelen op basis van uiterlijk. De prinses leert dat ze haar beloftes moet nakomen, en dat echte verbindingen soms onverwachte vormen aannemen.
Belangrijke symbolen in De kikkerkoning zijn onder andere de gouden bal, die de prinses vertegenwoordigt en haar verlangen naar materieel welzijn symboliseert. De kikker zelf staat voor transformatie en de veranderingen die we ondergaan in ons leven. Daarnaast zijn er ook thema's van loyaliteit en identiteit die door het verhaal heen spelen.
De hoofdpersonen in het verhaal zijn de prinses, die de kikker ontmoet, en de kikker zelf, die in feite de betoverde prins is. Er is ook een tweede belangrijke figuur, de IJzeren Hendrik, die de trouwe dienaar van de prins is en een cruciale rol speelt in het versterken van de boodschap van trouw en vriendschap.
De betovering van de kikker wordt opgeheven wanneer de prinses, hoewel aanvankelijk terughoudend, de moed heeft om de kikker te kussen. Dit symboliseert zowel het houden van beloftes als het omarmen van verandering, wat leidt tot de transformatie terug naar zijn oorspronkelijke prinselijke gedaante.