De activiteiten van de Bokkenrijders zorgden voor grote angst en onrust onder de lokale bevolking. Huizen werden overvallen, en veel mensen voelden zich niet meer veilig in hun eigen omgeving. Dit leidde tot een toename van wantrouwen en paranoia, waarbij buren elkaar in de gaten hielden en zelfbewaking een dagelijkse praktijk werd.
De Bokkenrijders werden door zowel de overheid als de kerk gezien als een grote bedreiging. De autoriteiten probeerden hen te vangen en hen straffen op te leggen, terwijl de kerk hen als een manifestatie van het kwaad beschouwde. Dit leidde tot meerdere processen, waarin ze als heidenen en dieven werden aangeklaagd, wat hen in de ogen van de kerk nog demonischer maakte.
De naam 'Bokkenrijders' is afkomstig van het feit dat men geloofde dat zij zich verplaatsten op bokken, wat een symbool was voor hun vermeende alliantie met duistere krachten. Het rijden op een bok zou hen bovendien magische krachten schenken, wat bijdroeg aan de angst en mystiek rondom deze bende.
De legende van de Bokkenrijders heeft een belangrijke rol gespeeld in de lokale cultuur. Het verhaal wordt doorgegeven van generatie op generatie, en is een inspiratiebron voor verschillende kunstvormen, zoals literatuur, theater en beeldende kunst. Het dient als een herinnering aan een tumultueuze periode in de geschiedenis en heeft bijgedragen aan de identiteit van de regio.
In de folklore speelt de Bokkenrijders een belangrijke rol als een soort antihelden. Hun verhalen zijn vaak doordrenkt met elementen van avontuur en mysterie, en weerspiegelen de strijd tussen goed en kwaad. Vaak wordt de bende als een groep van onrechtvaardigen aangeduid, maar ook als slachtoffers van hun omstandigheden, wat een boeiende discussie over moraliteit oproept.