Een volwaardig reservewiel is identiek aan de wielen op je auto en kan dezelfde prestaties bieden. Een noodreservewiel daarentegen is vaak kleiner en lichter, ontworpen om tijdelijk te worden gebruikt om je naar een plek te brengen waar je de gewone band kunt laten repareren.
Met een noodreservewiel mag je doorgaans niet verder rijden dan 80 km en moet je de snelheid beperken tot maximaal 80 km/h. Dit is omdat ze niet zijn ontworpen voor langdurig gebruik en de grip kan minder zijn dan bij een normaal wiel.
Ja, je kunt een ander type reservewiel gebruiken, maar het is raadzaam om te zorgen dat het wiel compatibel is met jouw auto. Controleer de specificaties en maatvoering om veiligheidsrisico's te vermijden.
Als je reservewiel ook lek is, is het belangrijk dat je een alternatieve oplossing hebt, zoals een bandenreparatieset. Als dat niet helpt, schakel dan de pechhulp in om je veilig naar een garage te brengen voor reparatie.
Het is verstandig om je reservewiel regelmatig te controleren, minstens elke zes maanden. Controleer de bandenspanning, het profiel en of er geen zichtbare schade is. Zo weet je zeker dat je er klaar voor bent als dat nodig is.