Pagodes hebben vaak verschillende verdiepingen en zijn kenmerkend door hun unieke dakstructuren die naar boven toe schuin aflopen. Dit ontwerp is niet alleen esthetisch, maar symboliseert ook de connectie tussen de aarde en de hemel. Daarnaast zijn pagodes vaak versierd met prachtige kunstwerken en beelden, wat bijdraagt aan hun spirituele en culturele waarde.
Pagodes zijn ontstaan uit de boeddhistische tradities van India en zijn later verspreid naar andere delen van Azië. In landen zoals China en Japan hebben ze unieke kenmerken ontwikkeld als gevolg van lokale bouwtechnieken en artistieke stijlen, waardoor ze een mix van verschillende culturele invloeden vertonen. Dit maakt elke pagode uniek en geeft een blik op de geschiedenis van de regio waarin ze zich bevinden.
Traditioneel worden pagodes gebouwd van materialen zoals hout, baksteen en soms ook beton in modernere constructies. Houten pagodes zijn meestal te vinden in gebieden met voldoende bossen, terwijl bakstenen en stenen pagodes populairder zijn in regio's waar deze materialen lokaal beschikbaar zijn. Elk materiaal biedt zijn eigen unieke esthetiek en duurzaamheid aan de pagode.
In de architectuur van pagodes komen vaak symbolen voor die belangrijk zijn in het boeddhisme. Bijvoorbeeld, de opgaande lijnen van het dak symboliseren de spirituele ascensie naar de hogere rijken. Daarnaast zijn er soms elementen zoals lotusbloemen en draken te vinden, die een verbinding met de natuur en de kosmos vertegenwoordigen.
Pagodes zijn niet alleen religieuze gebouwen, maar ook belangrijke culturele symbolen in veel Aziatische landen. Ze vertegenwoordigen de spirituele geschiedenis en de architectonische ontwikkeling van de regio. Daarnaast zijn ze vaak centra voor gemeenschapsbijeenkomsten en culturele evenementen, waardoor ze een belangrijke rol spelen in het dagelijks leven en de tradities van de mensen.