De joodse kandelaar, of menora, heeft zijn oorsprong in het oude Jeruzalem. Het was een belangrijk symbool in de tempel en werd gebruikt voor rituelen en aanbidding. De zevenarmige menora vertegenwoordigt de zeven dagen van de schepping en herinneringen aan de geschiedenis van het Joodse volk.
De joodse kandelaar wordt traditioneel gebruikt tijdens belangrijke festiviteiten zoals Chanoeka, waar de achtarmige chanoekia wordt aangestoken. Elke avond wordt een extra kaars aangestoken om de wonderen van de olie te herdenken, wat de viering van het licht symboliseert.
Joodse kandelaars worden vaak gemaakt van verschillende materialen zoals zilver, goud, brons of keramiek. Elk materiaal heeft zijn eigen schoonheid en betekenis. Zilver is bijvoorbeeld populair vanwege zijn elegantie en duurzaamheid, terwijl keramiek vaak kleurrijken ontwerpen biedt.
De symboliek achter de joodse kandelaar ligt in het licht dat het verspreidt. Het staat symbool voor hoop, geloof en de aanwezigheid van het goddelijke. De kaarsen worden aangestoken om herinneringen te eren en te vieren, en om de tradities van het Joodse geloof levend te houden.
Om een joodse kandelaar goed te onderhouden, is het belangrijk om deze regelmatig schoon te maken. Gebruik een zachte doek en vermijd agressieve schoonmaakmiddelen die het materiaal kunnen beschadigen. Bewaar de kandelaar op een droge plek en bescherm deze tegen direct zonlicht om verkleuring te voorkomen.