Paus Pius XII, die van 1939 tot 1958 regeerde, wordt vaak herinnerd om zijn leiderschap tijdens de uitdagende tijden van de Tweede Wereldoorlog. Veel historici waarderen zijn geheime diplomatieke inspanningen om de gevolgen van de oorlog te verzachten en zijn steun voor de slachtoffers. Hoewel zijn stilzwijgen over bepaalde kwesties wordt bekritiseerd, is zijn invloed op de rol van de Kerk in de wereldpolitiek onmiskenbaar.
Tijdens het pontificaat van paus Pius IX, dat duurde van 1846 tot 1878, vond de Dogma van de Onfeilbaarheid van de Paus plaats. Dit was een belangrijke gebeurtenis omdat het de macht en autoriteit van de paus binnen de Katholieke Kerk bevestigde. Daarnaast beleefde hij de groei van de Kerk en het verlies van de Kerkelijke Staten, wat leidde tot de Italiaanse eenwording.
Paus Pius X, die van 1903 tot 1914 aan het roer stond, is vooral bekend om zijn hervormingen binnen de Kerk, met name de bevordering van de kindercommunie en de liturgische hervormingen. Hij was een sterke tegenstander van de modernistische ideeën die zijn tijdgenoten beïnvloedden, en stelde de nadruk op de traditionele leerstellingen van de Kerk.
Paus Pius XI, aan het bewind van 1922 tot 1939, staat bekend om zijn krachtige uitspraken over sociale rechtvaardigheid en de rol van de Kerk in de moderne wereld. Een van zijn opvallende uitspraken was 'De afgelopen tijden zijn niet meer wat zij waren', wat de dynamische veranderingen van zijn tijd weerspiegelde en de noodzaak voor de Kerk om zich aan te passen aan de nieuwe realiteiten onderstreepte.
Paus Pius VI, die regeerde van 1775 tot 1799, had een uitdagende rol tijdens de Franse Revolutie. Hij werd geconfronteerd met de toenemende spanningen tussen de Kerk en de nieuwe Franse regering, wat leidde tot zijn gevangenschap en uiteindelijk zijn dood in ballingschap. Zijn pontificaat wordt vaak gezien als een periode van grote crisis en veranderingen binnen de Katholieke Kerk.