Dinosaurussen leefden in een verscheidenheid aan omgevingen, van dichte bossen tot open vlaktes en moerassen. Ze moeten zich hebben aangepast aan de klimaatveranderingen door de eeuwen heen. Sommige soortgenoten leefden in groepjes, terwijl anderen solitair waren. Hun leefomgeving beïnvloedde hun manier van leven, zoals hun jacht- en eetgewoontes.
Ja, sommige dinosaurussen leken sociale gedragingen te vertonen. Fossielen tonen aan dat sommige soorten, zoals theropoden, mogelijk in groepen jaagden of zich in kuddes verzamelden. Dit zou hen een voordeel geven bij het verdedigen tegen roofdieren of bij het jagen op grote prooien.
Onder de grootste dinosaurussen bevonden zich de sauropoden, zoals de Argentinosaurus, die wel tot 30 meter lang kon worden. Aan de andere kant was de kleinste bekende dinosaurus, de Microraptor, ongeveer zo groot als een postduif. Dit toont aan dat de diversiteit in grootte onder dinosaurussen enorm was!
Wetenschappers gebruiken verschillende methoden om dinosaurussen te onderscheiden, zoals het bestuderen van hun fossielen, inclusief botstructuren, tandstructuren en zelfs huidafdrukken. Er zijn ook classificatiesystemen die op basis van overeenkomsten binnen de fylogenetica de verschillende groepen dinosaurussen indelen.
Dinosaurussen hadden gevarieerde diëten afhankelijk van hun soort. Sommige waren herbivoren zoals de Brachiosaurus, die zich voedde met bladeren van hoge bomen, terwijl anderen carnivoren waren zoals de T-rex, die vlees at. Er waren ook omnivoren die zowel plantaardig als dierlijk voedsel aten.