Antwerpen speelde in 1920 een cruciale rol in de kunst- en cultuurwereld, vooral met het toenemende belang van de schilderkunst en beeldhouwkunst. De stad was een broedplaats voor kunstenaars en gaf ruimte aan vernieuwende stromingen. Dit resulteerde in een bloeiperiode voor ateliers en tentoonstellingen, waarbij veel Belgen en buitenlandse kunstenaars zich in Antwerpen vestigden.
Tijdens de Olympische Spelen van Antwerpen waren sporten zoals wielrennen, zwemmen en atletiek bijzonder populair. De Spelen waren een gelegenheid voor atleten om te schitteren en voor het publiek om samen te komen en hun favoriete sporten te vieren. Deze evenementen waren vaak zeer goed bezocht en vormden een belangrijk sociaal evenement voor de stad.
De Eerste Wereldoorlog had een diepgaande impact op Antwerpen in 1920. De stad herstelde van de reeds uitgebreide schade door bombardementen en had te maken met de gevolgen van de bezetting en het offerte van geweld. Dit had niet alleen invloed op de infrastructuur, maar ook op de sociale structuren en de economie van de stad, wat een uitdaging was voor de inwoners.
In 1920 was Antwerpen een smeltkroes van verschillende architectonische stijlen. De neogotiek en art nouveau waren bijzonder prominent, met prachtige gebouwen die het straatbeeld sierden. De stad kende een aantal opvallende bouwwerken die de creativiteit van de architecten uit die tijd weerspiegelen.
Rond 1920 onderging de haven van Antwerpen significante veranderingen en uitbreiding als gevolg van de herontwikkeling na de oorlog. De haven was al een belangrijk handelscentrum en de investeringen in infrastructuur en logistiek hielpen om Antwerpen nog verder op de wereldkaart te zetten als een economisch knooppunt. Dit leidde tot een groei van de scheepvaart en een verhoogde internationale handel.