Het Afrika Korps speelde een cruciale rol in de strijd tegen de geallieerde troepen in Noord-Afrika. Dit korps werd vooral ingezet om de Italiaanse strijdkrachten te ondersteunen en om het Britse leger terug te dringen. De snelle operaties en het gebruik van moderne tanks en mobiele strategieën maakten het Afrika Korps zeer effectief in dit theater van de oorlog.
Het Afrika Korps was georganiseerd in verschillende eenheden, waaronder tankdivisies, infanterie en ondersteunende troepen. Onder leiding van Erwin Rommel had het korps een flexibele structuur die het mogelijk maakte om snel te reageren op veranderingen in de strijd. De organisatie was gericht op mobiliteit en snelle verrassingsaanvallen, wat een kenmerk was van hun tactiek.
Sommige van de meest beroemde veldslagen waarin het Afrika Korps betrokken was, zijn de Slag om Gazala en de Slag om El Alamein. Deze veldslagen waren bepalend voor het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Noord-Afrika, waarbij het Afrika Korps aanvankelijk aanzienlijke overwinningen behaalde tegen de geallieerden, maar uiteindelijk ook zware verliezen leed.
De belangrijkste strategische doelen van het Afrika Korps omvatten het veroveren van belangrijke havens, het verplaatsen van de frontlinie en het verstoren van de bevoorradingsroutes van de geallieerde troepen. Deze doelen waren essentieel voor het controle behouden over het gebied en het ondersteunen van de Italiaanse strijdkrachten.
Het Afrika Korps droeg bij aan de militaire strategie van Duitsland door het creëren van meer druk op de geallieerde troepen in Noord-Afrika. Door middel van snelle aanvallen en het gebruik van moderne oorlogsvoering werd geprobeerd om de geallieerde machten te isoleren en te verzwakken, wat een belangrijke doelstelling was van de Duitse strategie tijdens de oorlog.