Om je vetplantjes gezond te houden, is het belangrijk om ze op de juiste manier water te geven. Laat de grond goed opdrogen tussen de gietbeurten, want te veel water is schadelijk. Zorg daarnaast voor voldoende zonlicht: een plek met indirecte zon is ideaal. Vergeet ook niet om af en toe wat voeding te geven in het groeiseizoen, meestal van het voorjaar tot de herfst.
Er zijn veel soorten vetplanten die goed gedijen in de tuin. Denk bijvoorbeeld aan de Echeveria, die prachtige rozetten vormt, of de Sedum, die ook wel kruipend vetkruid genoemd wordt. Deze planten zijn niet alleen mooi, maar ook onderhoudsvriendelijk. Verder zijn er verschillende soorten cactussen die ook goed buiten kunnen staan, mits je ze een beschutte plek geeft.
Vetplantjes hoeven niet vaak verpot te worden, meestal één keer in de twee à drie jaar is voldoende. Kijk naar de wortels; als ze door de drainagegaten van de pot steken of als de plant niet meer goed groeit, dan is het tijd om te verpotten. Kies een iets grotere pot met verse cactusgrond voor de beste resultaten.
Als je merkt dat je vetplantjes gele bladeren krijgen, is dat vaak een teken van te veel water. Zorg ervoor dat je de grond goed laat opdrogen en controleer of de pot een goede afwatering heeft. In sommige gevallen kan een schimmel of ongedierte ook de oorzaak zijn, dus inspecteer de plant goed en neem indien nodig maatregelen.
Ja, vetplantjes kunnen prima samen met andere planten in één pot, mits je de waterbehoeften van de verschillende soorten in overweging neemt. Zorg ervoor dat alle planten een vergelijkbare hoeveelheid water en licht nodig hebben. Het is ook aan te raden om gebruik te maken van een potgrond die goed draineert, zodat er geen wateroverlast ontstaat.