Kraanvogels zijn grote, elegante vogels met lange poten en een lange nek. Hun veren zijn meestal grijs of bruin met opvallende zwart-witte accenten. Ze hebben een kenmerkende rode kruin en hun roep klinkt als een trompetgeluid, wat hen een bijzonder herkenbare aanwezigheid geeft in het landschap.
Je herkent kraanvogels aan hun lange poten en nek, vooral wanneer ze vliegen. Ze hebben een specifieke manier van vliegen met gestrekte nek en poten, in een V-vormige formatie. Vaak zie je ze ook in weilanden of moerassige gebieden waar ze rondlopen.
Kraanvogels zijn omnivoren en hun dieet bestaat voornamelijk uit planten, zaden, insecten en kleine dieren. Ze zijn vooral actief in de vroege ochtend en de late namiddag op zoek naar voedsel.
Kraanvogels geven de voorkeur aan open gebieden zoals graslanden, wetlands en akkers, waar ze voldoende ruimte hebben om te bewegen. Ze bouwen vaak hun nesten in ondiepe wateren of dicht bij moerassen.
Kraanvogels spelen een belangrijke rol in hun ecosysteem door bij te dragen aan de verspreiding van zaden en het in balans houden van de insectenpopulaties. Daarnaast zorgen ze voor een significante bio-indicator in hun leefomgeving, wat helpt bij het monitoren van de gezondheid van het ecosysteem.