Vikingen gebruikten voornamelijk eenvoudige, handgemaakte gereedschappen voor het maaien van gras. Deze gereedschappen varieerden van zeisen tot schoffels. Hoewel ze geen moderne grasmaaiers hadden, waren ze uitermate vindingrijk met hun handgereedschap. Een zeis was bijzonder handig om gras en onkruid te maaien, en het zorgde ervoor dat hun landerijen er goed uitzagen, wat belangrijk was voor hun vee.
Vikingen waren eigenlijk best praktisch als het ging om tuinonderhoud. Ze gebruikten natuurlijke technieken om hun gazons en tuinen te onderhouden. Ze hanteerden bijvoorbeeld technieken zoals het afdekken van de grond met bladeren of gras om het vocht vast te houden. Ze waren ook bekend met composteren, zodat ze hun planten voedden met organisch materiaal, wat hun tuinen gezond hield.
In de tuinen van Vikingen kwamen vooral eetbare planten voor, zoals kool, uien, en knoflook. Ze voeden hun gezinnen met wat ze verbouwden en gebruikten ook kruiden voor medicinale doeleinden. Daarnaast kweekten ze bloemen zoals goudsbloemen en andere inheemse soorten, wat hun tuinen niet alleen functioneel maar ook esthetisch aantrekkelijk maakte.
De tuin speelde een essentiële rol in het dagelijks leven van Vikingen. Het was niet alleen een bron van voedsel, maar ook een plek voor sociale interactie en gemeenschap. Tuinen boden ruimte voor gezinsactiviteiten en het verbouwen van voedsel was een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het hele gezin, wat de banden versterkte.
Het klimaat had een grote invloed op de tuinbouw van Vikingen. Ze moesten rekening houden met de seizoenen en de omstandigheden zoals kou en regen. Hierdoor plantten ze vaak robuuste gewassen die goed konden groeien in de Scandinavische klimaat. Ze ontwikkelden technieken om hun planten te beschermen tegen de elementen, zoals het gebruik van natuurlijke schuilplaatsen en bedekkingen.