De kwikstaart heeft zijn oorsprong in delen van Europa en Azië. In België zie je ze vaak in open landschappen, zoals akkers en velden. Ze zijn ook te vinden in de buurt van water. Hun aanpassing aan verschillende leefomgevingen maakt het een veelvoorkomende soort in het land. In de lente komen ze terug uit hun overwinteringsgebieden, wat de start van hun broedseizoen markeert.
Een kwikstaart herken je aan zijn lange staart en snelle bewegingen. Ze hebben een slank lichaam en een opvallende kleur. De gele kwikstaart heeft, zoals de naam al aangeeft, een heldergele onderkant, terwijl de witte kwikstaart een meer monochrome uitstraling heeft, met zwarte en witte veren. Let ook op hun karakteristieke gedrag, zoals het wippen van de staart. Dat is een duidelijk teken dat je met een kwikstaart te maken hebt.
De gele kwikstaart heeft een felgele buik en een groenachtige rug, terwijl de witte kwikstaart voornamelijk zwart en wit is, met een witte buik. Beide soorten zijn aanwezig in België, maar hun voorkeuren voor verschillende habitats kunnen helpen bij het identificeren. De gele kwikstaart wordt vaak gezien in moerassige gebieden en aan de randen van water, terwijl de witte kwikstaart vaker in open velden en stedelijke gebieden te vinden is.
Kwikstaarten spelen een belangrijke rol in het ecosysteem als insectenetende vogels. Ze helpen bij het beheersen van insectenpopulaties, die anders te veel zouden kunnen worden. Daarnaast dragen ze bij aan de biodiversiteit in hun leefgebied. Door hun voedseldieet en gedrag ondersteunen ze ook andere flora en fauna in hun omgeving, wat essentieel is voor een gezond ecosysteem.
Om een omgeving aantrekkelijk te maken voor kwikstaarten, kun je zorgen voor open ruimte met voldoende insecten als voedselbron. Plant inheemse flora, vermijd pesticiden en creëer kleine waterpartijen waar ze kunnen drinken en jagen. Het is ook nuttig om ongestoorde graslanden of akkers in stand te houden, omdat dit hen de mogelijkheid biedt om ongestoord te broeden en te foerageren.