In de prehistorie deden mensen enkele cruciale ontdekkingen die hun leven veranderden. Bijvoorbeeld, de ontdekking van vuur stelde hen in staat om zich te beschermen tegen de kou en roofdieren, en het bood ook de mogelijkheid om voedsel te koken, wat de voedingswaarde verhoogde. Daarnaast ontwikkelden ze de eerste gereedschappen van steen, wat hen hielp bij de jacht en het maken van onderkomens. Deze ontdekkingen legden de basis voor de verdere ontwikkeling van de mensheid.
Mensen in de prehistorie leefden vaak in kleine groepen, ook wel nomadische stammen genoemd, die rondtrokken op zoek naar voedsel. Hun levensstijl was sterk afhankelijk van de omgeving: ze jaagden op wilde dieren, verzamelden eetbare planten en soms kweekten ze ook gewassen. Ze gebruikten natuurlijke materialen zoals takken en bladeren om onderkomens te bouwen, en hun sociale structuur draaide vaak om samenwerking en de zorg voor elkaar binnen de gemeenschap.
De prehistorische kunst, waaronder schilderingen en gravures die we op grotten en rotsen vinden, heeft enkele belangrijke kenmerken. Deze kunst is vaak zeer symbolisch en toont het dagelijkse leven, de jacht en spirituele overtuigingen van de mensen uit die tijd. De kleuren die werden gebruikt, kwamen vaak uit natuurlijke bronnen, en de technieken varieerden van simpele handafdrukken tot complexe afbeeldingen van wilde dieren. Deze kunstvormen bieden ons waardevolle inzichten in hun cultuur en wereldbeeld.
De studie van de prehistorie is belangrijk omdat het ons helpt te begrijpen hoe onze voorouders leefden en zich ontwikkelden. Door archeologische vondsten en de analyse van oude gereedschappen en kunstwerken kunnen we meer te weten komen over menselijke evolutie, sociale structuren en de interactie met de omgeving. Dit geeft ons niet alleen een blik op onze geschiedenis, maar helpt ons ook om lessen te trekken voor de toekomst.
In de prehistorie gebruikten mensen diverse natuurlijke materialen voor hun hulpmiddelen. Steen was de meest gebruikte grondstof voor het maken van gereedschappen zoals pijlpunten, bijlen en messen. Het bewerken van hout voor bijvoorbeeld speerpunten en het maken van vuren was ook gebruikelijk. Daarnaast werden er botten en schelpen gebruikt voor het maken van versieringen en gebruiksvoorwerpen. De keuze van materialen was afhankelijk van de beschikbaarheid en de specifieke functie van het gereedschap.