De Asterix-stripverhalen zijn ontstaan in Frankrijk in de jaren '50, geschreven door René Goscinny en getekend door Albert Uderzo. Het eerste album, 'Asterix de Galliër', werd uitgegeven in 1959 en het werd al snel een fenomeen. Ze wilden een humoristische kijk geven op de Gallische cultuur en de Romeinse invallen, en dit hebben ze op een zeer creatieve manier gedaan.
De Asterix-serie is zo populair vanwege de unieke combinatie van humor, avontuur en historische referenties. Elke strip biedt niet alleen entertainment, maar zet je ook aan het denken over cultuur en geschiedenis. Daarnaast zijn de personages herkenbaar en tijdloos, wat ervoor zorgt dat een breed publiek, zowel jong als oud, plezier beleeft aan de verhalen.
Belangrijke personages in de Asterix-reeks zijn Asterix zelf, de slimme en dappere Gallische krijger; Obelix, zijn beste vriend die om valhutten en andere lekkernijen geeft; en Panoramix, de druïde die het bijzondere toverdrank maakt. Andere populaire personages zijn Gladiatus, de Romeinse legioensoldaat, en Julius Caesar, die als tegenstander opduikt in verschillende verhalen.
De Asterix-verhalen spelen zich hoofdzakelijk af in de tijd van de Romeinse overheersing in Gallië, ongeveer rond 50 voor Christus. Uiteraard zijn er ook uitstapjes naar andere tijdperken en locaties, maar de kern van de verhalen draait vaak om de strijd van de Galliërs tegen de Romeinen, wat een weerspiegeling is van de strijd tussen verschillende culturen.
De thema's in de Asterix-strips zijn divers en rijk. Ze behandelen onderwerpen zoals vriendschap, moed, verzet tegen onderdrukking, en de waarde van een hechte gemeenschap. Verder worden culturele verschillen tussen de Galliërs en de Romeinen op een luchtige en satirische manier belicht, wat zorgt voor een diepere laag in de humor van de strips.