De V-bommen werden ontworpen om grote schade aan te richten aan strategische doelen, voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk. Het Duitse leger hoopte dat deze wapens de moraal van de vijand zouden verlagen en daarmee indirect de uitkomst van de oorlog zou beïnvloeden. Ze richten zich op militaire installaties, energiecentrales en steden om chaos en angst te creëren.
De ontwikkeling van de technologie achter de V-bommen was voornamelijk het werk van Duitse ingenieurs en wetenschappers, waaronder de beroemde ingenieur Wernher von Braun. Zijn innovaties op het gebied van rakettechnologie en aerodynamica hebben geleid tot de ontwikkeling van zowel de V1 als de V2, die beiden vooruitstrevende wapentechnologieën waren voor hun tijd.
De V1 en V2 zijn beide vliegende bommen, maar ze verschillen op verschillende manieren. De V1, ook wel de 'Buzz Bomb' genoemd, is een onbemande vliegende bom die werkt met een pulserende straalmotor en die met een constante snelheid vliegt. De V2 daarentegen is een raket die veel sneller gaat en ook een hoge vluchtaltitude kan bereiken, waardoor deze moeilijker te onderscheppen was. Daarnaast is de V2 een geavanceerder wapen aangezien het aerodynamisch was ontworpen om ruimte en hoogtes in de lucht optimaal te benutten.
Het exacte aantal slachtoffers door V-bommen is moeilijk vast te stellen, maar het wordt geschat dat duizenden mensen omkwamen of gewond raakten. Vooral in grootstedelijke gebieden zoals Antwerpen en Londen hebben V-bomaanvallen verwoestende gevolgen gehad, waarbij burgers de grootste slachtoffers waren, omdat deze aanvallen vaak zonder waarschuwing kwamen.
Na de oorlog heeft de impact van de V-bommen een langdurige invloed gehad op de bevolking van de getroffen gebieden. Naast het trauma van de aanvallen zelf, moesten veel mensen omgaan met de verwoesting van hun huizen en gemeenschappen. De wederopbouw vergde aanzienlijke tijd en middelen, en de littekens van de aanvallen zijn in het geheugen van de lokale bevolking blijven hangen, wat heeft bijgedragen aan de vele herdenkingen en educatieve initiatieven die later volgden.