De belangrijkste thema's in de boeken van The Witcher zijn goed versus kwaad, de veelzijdigheid van de mens, en de gevolgen van macht en politieke intriges. Sapkowski verkent hoe keuzes beïnvloed worden door omstandigheden en hoe de karakters soms gedwongen worden om morele dilemma's op te lossen.
De meest opvallende personages in de Witcher boeken zijn Geralt van Rivia, een monsterjager met een sterk moreel kompas; Yennefer, een machtige tovenares met een complexe relatie met Geralt; en Ciri, een jong meisje met een mysterieuze oorsprong en veelbelovende krachten. Elk personage heeft zijn eigen unieke verhaal dat bijdraagt aan het geheel.
De boeken van The Witcher zijn ontstaan uit de verhalende traditie van de Poolse folklore, gecombineerd met elementen van fantasy en mythologie. Sapkowski begon met het schrijven van korte verhalen in de jaren '80, die uiteindelijk werden samengevoegd tot een grotere saga die de basis vormt voor de wereld van de Witcher.
De wereld van The Witcher is intrigerend door zijn rijke lore, complexe politieke verhoudingen, en de aanwezigheid van verschillende rassen en culturen die leven in een landschap vol magie en gevaar. De moraal van de personages is vaak grijs, wat het verhaal meer diepgang en realisme geeft.
Sapkowski gebruikt verschillende schrijftechnieken in de Witcher boeken, waaronder het gebruik van dialogen om karakterontwikkeling te stimuleren, en het doorbreken van de vierde muur met subtiele humor. Zijn stijl is erg visueel, waardoor lezers zich gemakkelijk een levendige wereld kunnen voorstellen.