De belangrijkste principes van de micro-economie zijn onder andere vraag en aanbod, elasticiteit, en de rol van markten. Vraag en aanbod beschrijven hoe de prijs van een goed of dienst tot stand komt op basis van de wensen van consumenten en de beschikbaarheid van goederen. Elasticiteit beschrijft hoe vraag en aanbod reageren op veranderingen in prijs. Markten zijn de plekken waar deze interacties plaatsvinden, en micro-economie bestudeert hoe deze dynamieken de keuzes van individuen en bedrijven beïnvloeden.
Consumentengedrag en voorkeuren zijn cruciaal voor de werking van de markt. Wanneer consumenten meer waarde hechten aan bepaalde producten, zal de vraag naar deze producten toenemen, wat kan leiden tot hogere prijzen. Daarnaast zijn factoren zoals inkomen, smaak en voorkeuren van invloed op welke producten mensen kopen. Dit betekent dat bedrijven zich moeten aanpassen aan de veranderende voorkeuren van consumenten om competitief te blijven.
In een monopolistische markt heeft één enkele onderneming de controle over de prijs en het aanbod van een product, terwijl in een perfecte concurrentie markt veel aanbieders aanwezig zijn die allemaal identieke producten verkopen. Dit zorgt ervoor dat geen enkele aanbieder de prijs sterk kan beïnvloeden. In een monopolistische markt kunnen bedrijven echter hogere prijzen vragen omdat ze uniek zijn, wat leidt tot minder keuze voor consumenten en mogelijke inefficiënties.
Externe effecten ontstaan wanneer de acties van een persoon of bedrijf invloed hebben op anderen die geen rol spelen in de transactie. Dit kan positief zijn, zoals bij een bedrijf dat investeert in gemeenschapsprojecten, of negatief, zoals vervuiling. Micro-economische analyses onderzoeken hoe deze externe effecten de efficiëntie van markten beïnvloeden en hoe beleid kan helpen deze effecten te reguleren.
Vraag en aanbod zijn de fundamenten van het micro-economische model omdat ze bepalen hoe prijzen tot stand komen en hoeveel goederen en diensten er worden geproduceerd en geconsumeerd. De wet van vraag stelt dat, ceteris paribus, als de prijs van een goed stijgt, de vraag daarnaartoe zal dalen. Tegelijkertijd, als de prijs stijgt, zullen producenten meer willen aanbieden. Deze interactie tussen vraag en aanbod is essentieel voor het begrijpen van economische dynamieken.