De strijd in mei 1940 resulteerde in een snelle capitulatie van Nederland op 15 mei. Dit betekende dat Nederland onder Duitse bezetting kwam, wat grote gevolgen had voor de samenleving, de economie en de vrijheden van de inwoners. De bezetting leidde ook tot waarschuwingen en later tot actieve verzetsbewegingen die in de jaren die volgden ontstonden.
De Nederlandse bevolking was geschokt en maakte een periode van grote onzekerheid door. Veel mensen waren in eerste instantie niet goed voorbereid op de inval, wat leidde tot angst en chaos. Er waren ook vrijwilligers die zich aandienden om te vechten en anderen die hun land probeerden te helpen op verschillende manieren, zoals het verstoppen van Joden.
De luchtoorlog speelde een cruciale rol in mei 1940. De Duitse luchtaanvallen, met name het bombardement op Rotterdam, versterken de druk op de Nederlandse strijdkrachten. De luchtoorlog leidde tot massale vernietiging en beïnvloedde het moreel van zowel de verdedigers als de burgers, wat bijdroeg aan de uiteindelijke capitulatie.
Belangrijke strategische locaties in deze periode waren onder andere de bruggen over de grote rivieren, zoals de Willemsbrug en de Heulbrug. Deze locaties waren cruciaal voor de mobiliteit van de Duitse troepen en speelde een grote rol in hun succesvolle opmars. Ook steden zoals Rotterdam en Amsterdam waren van strategisch belang door hun grootte en infrastructuur.
In de herinneringen aan mei 1940 zijn er sterke verhalen van moed en wanhoop. Veel mensen herinneren zich de angstige momenten van de luchtoorlog, de schok van de bombardementen en de waakzaamheid van buurten die samenkwamen om elkaar in deze moeilijke tijden te steunen. Deze gebeurtenissen zijn vaak onderwerp van boeken en documentaires geworden, die de impact van die tijd op de Nederlandse geschiedenis benadrukken.