De belangrijkste doelstellingen van macro-economie zijn het bevorderen van economische groei, het verlagen van werkloosheid, en het stabiliseren van de prijzen. Door deze doelstellingen na te streven, wil men een gezonde economie creëren die zowel individuen als bedrijven ten goede komt. Het is een evenwichtsoefening waarbij verschillende economische indicatoren in de gaten worden gehouden.
Het bruto binnenlands product (BBP) is een belangrijke indicator die de totale waarde van alle goederen en diensten in een land meet. Een stijging van het BBP duidt vaak op een bloeiende economie en meer werkgelegenheid. Omgekeerd kan een daling van het BBP wijzen op economische problemen, wat kan leiden tot een afname van consumptie en investeringen.
Inflatie is de stijging van het prijsniveau in de economie en kan verschillende effecten hebben. Een gematigde inflatie is normaal en kan zelfs gunstig zijn voor de economische groei. Echter, als de inflatie te hoog wordt, kunnen de consumentenprijzen onbetaalbaar worden, wat leidt tot een dalende koopkracht en mogelijk tot economische stagnatie.
Rentevoeten worden voornamelijk bepaald door de centrale bank, die invloed uitoefent op de economie door het aanpassen van de rente. Wanneer de economie groeit, kan de centrale bank de rente verhogen om inflatie te bestrijden. Andersom, in tijden van economische neergang, kan de rente worden verlaagd om lenen aantrekkelijker te maken, wat de economie kan stimuleren.
De overheid speelt een cruciale rol in de macro-economie door middel van fiscaal beleid en regulerend beleid. Ze kan bijvoorbeeld belastingen verhogen of verlagen om de economie te beïnvloeden. Ook spelen overheidsuitgaven een belangrijke rol; door te investeren in infrastructuur kunnen banen gecreëerd worden en kan de algehele economische groei worden gestimuleerd.