Henri Matisse werd voornamelijk geïnspireerd door de schoonheid van de natuur en de menselijke vorm. Zijn reizen, vooral naar Noord-Afrika, brachten nieuwe kleuren en vormen in zijn werk. Ook zijn interesse in de kunst uit verschillende culturen, zoals de Arabische en Afrikaans, speelde een grote rol in zijn artistieke ontwikkeling.
Matisse begon zijn carrière met realistische schilderijen, maar naarmate de tijd vorderde, ontwikkelde hij een meer expressieve stijl. Hij experimenteerde met kleur en vormen, wat leidde tot de oprichting van het fauvisme, een beweging die bekend staat om zijn felle kleuren en emotionele impact. Deze ontwikkeling was sterk persoonlijk en weerspiegelde Matisse's zoektocht naar vrijheid in kunst.
Kleur was essentieel in Matisse's werk; hij geloofde dat kleuren emoties konden uitdrukken zonder de noodzaak van traditionele vormen. Zijn gebruik van heldere, onconventionele kleuren hielp om de sfeer van zijn schilderijen te bepalen en te communiceren met de kijker. Door kleuren op een gedurfde manier te combineren, creëerde hij vaak een gevoel van harmonie of spanning.
Matisse maakte gebruik van verschillende technieken, waaronder olieverf en collage. Zijn schildertechniek was vaak vlot en intuïtief, waarbij hij kleurvlakken en vormen gebruikte om zijn ideeën vast te leggen. Hij experimenteerde ook met papierknipwerk, wat zijn creativiteit verder uitbreidde en een ander visueel medium aan zijn oeuvre toevoegde.
De omgeving van Matisse had een aanzienlijke invloed op zijn werk. Hij woonde en werkte in plaatsen met een rijke culturele geschiedenis, zoals Nice en Parijs. De lichtinval en het landschap van de Côte d'Azur inspireerden hem tot het gebruik van levendige kleuren en vormen, wat een frisse kijk op kunst bood. Zijn dagelijkse omgeving en de details daarvan maakten ook vaak deel uit van zijn composities.