Biologisch onderzoek draait om het observeren, verzamelen van gegevens en het testen van hypothesen. Het omvat onder andere het identificeren van organismen, het bestuderen van hun gedrag en interacties in ecosystemen. Wetenschappers gebruiken vaak experimenten om gedrag of reacties onder bepaalde omstandigheden te begrijpen. Een belangrijk onderdeel is ook de analyse van resultaten, die leidt tot het vormen van conclusies en mogelijke nieuwe vragen.
Bacteriële cellen zijn prokaryoten, wat betekent dat ze geen cellulaire nucleus hebben en meestal kleiner en eenvoudiger zijn in opbouw dan eukaryote cellen. Ze hebben een celwand om structuur en bescherming te bieden, terwijl eukaryote cellen ingewikkelder zijn, met organellen zoals een mitochondrium en een cellulaire nucleus. Dit verschil in opbouw heeft invloed op hun functie en levenscyclus, waarbij eukaryoten vaak complexere organismen zoals planten en dieren vormen.
Enzymen zijn eiwitten die als katalysatoren fungeren in biologische processen. Ze verlagen de activeringsenergie die nodig is voor chemische reacties, waardoor deze sneller en efficiënter plaatsvinden. Enzymen zijn specifiek voor de substraten waarop ze werken, wat betekent dat ze essentieel zijn voor metingen zoals spijsvertering en stofwisseling. Zonder enzymen zouden veel biologische processen te traag verlopen om leven mogelijk te maken.
Ecosystemen zijn netwerken van levende organismen en hun fysieke omgeving, die interageren als een geheel. Elke soort speelt een rol in deze dynamiek, en hun relaties beïnvloeden de overleving en reproductie. Ecosystemen zijn cruciaal voor de biodiversiteit omdat ze verschillende niches en habitats bieden, wat leidt tot de variatie van soorten en genen. De gezondheid van een ecosysteem is essentieel voor het behoud van de natuurlijke balans en voor het leveren van middelen zoals voedsel en zuurstof.
De celcyclus bestaat uit verschillende fasen: interfase, mitose en cytokinese. Tijdens de interfase groeit de cel en prepareert ze zich voor deling door DNA te repliceren. Mitose is het proces waarbij de nucleus van de cel zich splitst in twee gelijke delen, wat leidt tot de vorming van twee nieuwe cellen. Cyokinese is de uiteindelijke splitsing van de cytoplasma. Deze fasen zijn essentieel voor groei, ontwikkeling en herstel van organismen.