De Nikon 10-20 mm lens heeft een groothoek ontwerp, waardoor je brede scènes kunt vastleggen zoals landschappen en architectuur. Het is licht van gewicht en compact, wat het eenvoudig maakt om mee te nemen. Het diafragma variëert meestal van f/3.5 tot f/4.5, ideaal voor het maken van foto’s bij verschillende lichtomstandigheden. Daarnaast heeft het vaak een scherpte die zelfs aan de randen van het beeld goed blijft, wat belangrijk is voor landschapsfotografie.
Als je de Nikon 10-20 mm lens gebruikt voor landschapsfotografie, is het nuttig om te experimenteren met de compositie. Probeer niet alleen het landschap maar ook interessante voorgrondelementen op te nemen om diepte te creëren. Zorg ervoor dat je een statief gebruikt voor langere sluitertijden en om onscherpte te voorkomen. Denk ook aan het licht; het gouden uur, kort na zonsopgang of voor zonsondergang, kan prachtige resultaten opleveren.
Handige accessoires om te combineren met de Nikon 10-20 mm lens zijn onder andere een polarisatiefilter en een ND-filter. Een polarisatiefilter kan de kleuren in je foto’s acuter maken en het weerkaatsen op wateroppervlakken verminderen. Een ND-filter laat je toe om met langere sluitertijden te werken, wat geweldig is voor het vastleggen van beweging, zoals stromend water of wolken die voorbijdrijven.
Om de beste resultaten te behalen met de Nikon 10-20 mm lens, is het belangrijk om altijd de juiste instellingen te gebruiken. Begin met het controleren van de belichting en pas deze aan op basis van het licht. Maak gebruik van de mogelijkheid om te zoomen en experimenteer met verschillende perspectieven. Het maken van meerdere foto's van dezelfde scène kan ook helpen om achteraf de beste keuze te maken. Vergeet niet je foto's te bewerken voor optimale resultaten.
Veelgemaakte fouten bij het gebruik van de Nikon 10-20 mm lens zijn onder andere het niet goed kaderen van je onderwerp en het gebruik van een te groot diafragma in fel licht. Zorg ervoor dat je jouw onderwerp op een goede manier in het frame plaatst en niet alleen het landschap in beeld brengt. Als je in fel licht fotografeert, gebruik dan een kleiner diafragma om overbelichting te voorkomen. Eveneens is het goed om niet te veel naar de hoek van de lens te leunen, omdat dit vervormingen kan veroorzaken.