Petanque speel je meestal buiten op een vlakke ondergrond. Het doel is om je metalen ballen zo dicht mogelijk bij het kleine houten balletje, het cochonnet, te werpen. Je begint met de speler die het cochonnet gooit. Vervolgens gooit elke speler om beurten hun ballen, waarbij je ook de ballen van je tegenstander kunt proberen weg te stoten. Het spel gaat door totdat alle ballen zijn gegooid.
Om petanque te spelen heb je een paar dingen nodig. Ten eerste zijn er de metalen ballen, die vaak gemaakt zijn van staal. Daarnaast is het cochonnet, het kleine houten balletje, essentieel. Je hebt ook een duidelijke speelruimte nodig die vlak is, zoals een sportveld of een park. Tot slot kan een krijt of tape handig zijn om de speelgrenzen aan te geven.
De basisregels van petanque zijn vrij eenvoudig. Spelers gooien om beurten, en de punten worden geteld aan het einde van een ronde. Je verdient punten als je dichter bij het cochonnet bent dan je tegenstander. Een spel kan worden gespeeld totdat een speler 13 punten heeft behaald. Ook kun je het spel spelen met meerdere spelers of teams, meestal in een opstelling van 1 tegen 1, 2 tegen 2 of 3 tegen 3.
Petanque komt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar het in de regio Provence is ontstaan. Het spel heeft zijn wortels in een oudere sport, jeu de boules, die al eeuwenlang wordt gespeeld. Petanque is specifiek ontwikkeld in de vroege 20e eeuw en heeft sindsdien wereldwijd populariteit gewonnen, met een sterke aanhang in verschillende landen, waaronder België.
Petanque is een geweldige sociale activiteit omdat het mensen van alle leeftijden en niveaus samenbrengt. Het is eenvoudig te leren, waardoor iedereen mee kan doen zonder uitgebreide training. Daarnaast is het een ontspannen spel dat vaak in een informele sfeer wordt gespeeld, bijvoorbeeld in parken of op buitenfeesten, wat de sociale interactie bevordert.