Hooi en voordroog zijn beide uitstekende bronnen van vezels, wat essentieel is voor de spijsvertering van dieren. Hooi is vaak droger en geconserveerd, waardoor het schimmels en bacteriën minimaliseert. Voordroog daarentegen heeft een hoger vochtgehalte en kan meer smaken en voedingsstoffen bevatten, wat het aantrekkelijker maakt voor dieren. Deze producten helpen ook bij het voorkomen van spijsverteringsproblemen zoals koliek.
Om hooi en voordroog optimaal op te slaan, is het belangrijk om ze op een droge, koele en goed geventileerde plek te bewaren. Zorg ervoor dat de balen niet in direct contact komen met de grond om schimmelvorming te voorkomen. Gebruik bij voorkeur een afdekking of zeil om ze te beschermen tegen vocht en zonlicht, wat de kwaliteit kan verminderen.
Hooi is doorgaans rijker aan vezels en droger, met een hoger droge stofgehalte, terwijl voordroog vaak meer vitamines en mineralen behoudt door de kortere droogtijd. Dit betekent dat voordroog mogelijk smakelijker en voedzamer is, vooral voor dieren die in groei zijn of extra energie nodig hebben, zoals drachtige of lacterende dieren.
Ja, je kunt hooi en voordroog goed combineren in de voeding van dieren. Dit kan variatie en balans aan hun dieet toevoegen. Hooi kan een goede basis vormen vanwege het hoge vezelgehalte, terwijl voordroog extra smaak en voedingsstoffen levert. Het is belangrijk om de juiste verhoudingen te gebruiken afhankelijk van de behoeften van het dier.
Om zelf hooi of voordroog te maken, begin je met het maaien van gras op het juiste moment, wanneer het vol voedingsstoffen zit. Laat het gras drogen op het veld voor een bepaalde periode; voor hooi kan dit enkele dagen duren en voor voordroog ongeveer 3-5 dagen. Vervolgens pak je het in of balen je het, afhankelijk van de voorkeur en de beschikbare apparatuur. Zorg ervoor dat het gras goed gedroogd is om de kwaliteit te waarborgen.