Zomerbanden zijn ontworpen voor gebruik bij temperaturen boven de 7 graden Celsius en bieden betere grip op droge en natte wegen. Winterbanden daarentegen zijn gemaakt van speciaal rubber dat bij kou flexibeler blijft, wat zorgt voor betere prestaties in sneeuw en ijs. Daarom is het belangrijk om het juiste type band te kiezen afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden.
De juiste bandenmaat is meestal te vinden in het instructieboekje van je voertuig, op een sticker aan de binnenkant van de bestuurdersportier, of in de brandstofklep. Deze maat bestaat uit drie delen: breedte, hoogte-breedteverhouding en velgdiameter. Voor een band als 265/45 R20 betekent dat bijvoorbeeld dat de band 265 mm breed is, de hoogte 45% van de breedte is, en deze past op een velg van 20 inches.
Het onderhouden van de juiste bandenspanning helpt niet alleen om de veiligheid te verbeteren, maar het kan ook de levensduur van je banden verlengen. Te hoge of te lage druk kan leiden tot onregelmatige slijtage en slechtere grip op de weg. Het regelmatig controleren van de bandenspanning (bijvoorbeeld maandelijks of voor lange ritten) zorgt ervoor dat je voertuig optimaal presteert.
Je banden moeten worden vervangen als het profiel onder de wettelijke minimumprofiel diepte van 1,6 mm komt, of als je tekenen van beschadiging of ongelijkmatige slijtage opmerkt. Ook als je banden ouder zijn dan zes jaar is het verstandig om ze te laten controleren, aangezien ouder rubber minder effectief kan zijn, ongeacht de profieldiepte.
Door regelmatig je banden te laten balanceren en uitlijnen, kun je de slijtage diminueren en de rijervaring verbeteren. Ook is het belangrijk om je banden elke tienduizend kilometer te draaien om gelijkmatige slijtage te bevorderen.