Er zijn verschillende stijlen van champagne die variëren afhankelijk van de druivensoorten en de bereidingsmethoden. De meest voorkomende zijn Brut, Demi-Sec, en Rosé. Brut is droog en verfrissend, ideaal voor feestelijke gelegenheden. Demi-Sec is iets zoeter en perfect voor bij desserts. Rosé champagne heeft een prachtige kleur en een fruitige smaak, wat het een veelzijdige keuze maakt voor verschillende gelegenheden.
Champagne kan over het algemeen goed bewaard worden, maar het hangt af van de soort. Niet-vintage champagne kan het beste binnen 3 tot 5 jaar na aankoop gedronken worden, terwijl vintage champagne tot 10 of zelfs 20 jaar kan rijpen. Zorg ervoor dat je de flessen rechtop bewaart op een koele, donkere plaats om de kwaliteit te behouden.
Wat champagne uniek maakt, is de specifieke wijnbereidingsmethode die in de Champagne-regio wordt gebruikt, met name de 'méthode champenoise'. Dit houdt in dat er een tweede fermentatie in de fles plaatsvindt, waardoor de kenmerkende bubbels ontstaan. Daarnaast hebben de grond en het klimaat van de regio invloed op de smaak, wat een authentieke en unieke ervaring biedt die je met andere mousserende wijnen niet altijd zult vinden.
Het beste is om champagne goed koud te serveren, idealiter tussen de 6-8 graden Celsius. Gebruik een champagnekoeler of leg de fles een paar uur in de koelkast voor het serveren. Schenk het voorzichtig in om te voorkomen dat het schuimt, en vul de glazen zo dat ze tot ongeveer twee derde vol zijn, zodat de aroma's zich goed kunnen ontwikkelen.
Champagne is veelzijdig en kan goed gecombineerd worden met een scala aan gerechten. Denk aan zeevruchten zoals oesters, maar ook aan salades, kipgerechten of zelfs een lekkere brie kaas. De frisse en sprankelende kwaliteiten van de champagne maken het een uitstekende keuze voor zowel lichte gerechten als rijkere, romige maaltijden.