De belangrijkste kenmerken van Brunello-wijn zijn onder andere de diepe, robijnrode kleur en de complexe aroma's. Je kunt vaak tonen van kersen, aardbeien, en kruiden in de geur ontdekken. Een goed gemaakte Brunello heeft ook een bepaalde aardse ondertoon en biedt een volle mondgevoel met een goed uitgebalanceerde tannine.
Brunello bereikt zijn optimale smaak na een behoorlijke rijping. Het is aan te raden om de wijn minimaal vijf tot tien jaar te laten rijpen voordat je hem opent. Veel liefhebbers wachten zelfs langer, omdat de smaken in de tijd verder ontwikkelen en verzachten, wat resulteert in een zeer elegante wijn.
Brunello past perfect bij stevige gerechten zoals lamsvlees, wild, en gegrilde vleesgerechten. Daarnaast gaat het ook uitstekend samen met rijke pastagerechten en oude kazen. De structuur van de wijn zorgt ervoor dat hij optimaal tot zijn recht komt in combinatie met deze smaken.
Wat Brunello uniek maakt, is de specifieke regionale oorsprong in Montalcino en de strenge productieregels die er aan verbonden zijn. Alleen wijnen gemaakt van 100% Sangiovese druiven uit deze regio mogen de naam Brunello dragen. Dit zorgt voor een consistente en hoge kwaliteit die je in andere wijnen misschien niet vindt.
Om een kwalitatief goede Brunello te herkennen, kijk je naar de kleur: diep robijnrood met een levendige gloed. In de geur moet de wijn complex en uitnodigend zijn, met een balans van fruit, kruiden en aardse tonen. Proef ook de tannines; deze moeten stevig maar niet overweldigend zijn, en de afdronk moet lang en aangenaam zijn.