Er zijn drie belangrijkste stijlen van champagne: Brut, Demi-Sec en Extra Brut. Brut is de meest populaire stijl; hij is droog en heeft weinig tot geen toegevoegde suiker. Demi-Sec is iets zoeter, perfect voor bij desserts, terwijl Extra Brut nog droger is. Elke stijl heeft zijn eigen unieke kenmerken, waardoor je voor elke gelegenheid wel een passende champagne kunt vinden.
Champagne wordt geproduceerd via de méthode champenoise, een proces dat verschillende stappen omvat. Eerst worden de druiven geperst en de sap wordt gefermenteerd tot wijn. Daarna volgt de tweede fermentatie in de fles, die de bubbels creëert. Dit rijpingsproces kan maanden tot jaren duren, afhankelijk van de stijl en kwaliteit van de champagne. Het vereist veel vakmanschap en liefde voor het ambacht.
De belangrijkste druiven voor champagne zijn de Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Chardonnay draagt bij aan de elegantie en frisheid, terwijl Pinot Noir zorgt voor kracht en structuur. Pinot Meunier voegt fruitigheid en aroma toe. Deze variëteiten worden vaak geblend om de perfecte champagne te creëren, waardoor elke fles zijn eigen karakter krijgt.
Champagne serveer je het beste goed gekoeld, tussen de 6 en 8 graden Celsius. Gebruik hiervoor een wijnkoeler of leg de fles enkele uren in de koelkast. Een goede tip is om het glas te vullen met een lichte schuinheid om de bubbels te behouden. Proost met plezier en geniet van de sprankeling!
De meest voorkomende smaken en aroma's in champagne zijn citroen, appel en perzik, maar je kunt ook complexe tonen van brioche, amandel en honing tegenkomen, vooral in oudere champagnes. Deze smaken komen voort uit het rijpingsproces en de specifieke druiven die worden gebruikt. Het is altijd leuk om verschillende champagnes te proeven en te ontdekken welke aroma's en smaken jij het lekkerst vindt.