Er zijn 78 tarotkaarten, verdeeld in de Grote en Kleine Arcana. De Grote Arcana bevat 22 kaarten, zoals de Dwaas, de Magiër en de Hogepriesteres, elk met hun unieke betekenis. De Kleine Arcana bevat 56 kaarten, verdeeld in vier kleuren, die meer dagelijkse situaties en emoties weerspiegelen. Het is belangrijk om de kaarten goed te leren kennen voor een diepere interpretatie, aangezien ze in verschillende combinaties verschillende betekenissen kunnen hebben.
De keuze van de juiste tarotkaart kan afhang van je intuïtie en de vraag die je hebt. Vaak is het een kwestie van voelen welke kaarten jou aanspreken of tot je spreken. Je kunt bijvoorbeeld een specifieke vraag stellen en dan de kaarten schudden, zodat de kaart die je trekt of kiest de energie van je vraag weerspiegelt. Soms helpt het ook om je ogen te sluiten en je te concentreren op wat je wilt weten voordat je de kaarten trekt.
Tarot focust op symboliek en archetypen, waarbij de kaarten een diepere betekenis hebben die verder gaat dan alleen het fysieke. In tegenstelling tot methoden zoals astrologie, waar de sterren en planeten een rol spelen, of pendelen, dat met energie en beweging werkt, biedt tarot een visuele en intuïtieve manier om inzichten te krijgen. Hierdoor kan tarot meer persoonlijk en introspectief zijn.
Je emoties spelen een grote rol in hoe je de kaarten interpreteert. Als je bijvoorbeeld angstig of verdrietig bent, kan dat je waarneming beïnvloeden en je interpretaties kleurn. Daarom is het belangrijk om jezelf in een open en rustige geestestoestand te brengen voordat je gaat leggen. Het kan helpen om even te mediteren of stil te zijn voor de sessie, zodat je helderder kunt denken.
Als je twijfelt over een tarotlegging, is het goed om te reflecteren op de vraag die je stelde en wat het voor jou betekent. Je kunt ook overwegen om een tweede mening te vragen, hetzij van een ervaren lezer of door opnieuw de kaarten te trekken. Onthoud dat tarot een hulpmiddel is en dat je altijd op je eigen intuïtie moet vertrouwen.