De belangrijkste oorzaken van de Eerste Wereldoorlog zijn onder andere nationalisme, imperialisme en militarisme. Nationalistische gevoelens leidden tot spanningen tussen landen, terwijl de strijd om koloniale gebieden en de opbouw van enorme legers bijdragen aan de onrust. De moord op aartshertog Franz Ferdinand was de directe aanleiding die een kettingreactie van allianties in werking stelde.
De Eerste Wereldoorlog heeft de wereld op verschillende manieren veranderd. Naast de enorme mensenlevens die werden verloren, leidde het conflict tot de val van vier grote rijken: het Duitse, het Oostenrijkse, het Ottomaanse en het Russische rijk. Dit creëerde een machtsvacuüm en leidde tot de oprichting van nieuwe landen en politieke stromingen, wat de loop van de geschiedenis verder beïnvloedde.
Enkele bekende slagvelden van de Eerste Wereldoorlog zijn de Slag om de Somme en de Slag bij Verdun in Frankrijk. Beide veldslagen waren ondergedompeld in enorme verliezen en worden vaak symbolisch gezien voor de gruwelen van de oorlog. Het slagveld in Ieper, België, is ook beroemd vanwege de zware gevechten en het gebruik van chemicaliën zoals mosterdgas.
België speelde een cruciale rol tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral als strijdtoneel. Het land werd binnengevallen door het Duitse leger in 1914, wat leidde tot de zogenaamde 'schendingsstrijd' en massale verwoestingen. Belgische vluchtelingen en verzetsbewegingen waren prominent en hun strijd om de onafhankelijkheid werd een symbool van verzet tegen agressie.
De Eerste Wereldoorlog had ingrijpende gevolgen voor Europa, waaronder politieke en sociale veranderingen. Economisch gezien zorgde de oorlog voor enorme schulden en armoede. De verzoeningspolitiek na de oorlog, waaronder het Verdrag van Versailles, ontstak nieuwe conflicten en legde de basis voor de Tweede Wereldoorlog. Ook werden de sociale verhoudingen veranderd, met meer aandacht voor vrouwenrechten en sociale rechtvaardigheid.