De basisregels van American football zijn vrij eenvoudig. Het spel wordt gespeeld tussen twee teams die strijden om de meeste punten te scoren. Elk team heeft vier pogingen, of 'downs', om ten minste 10 yards te verplaatsen. Als dat lukt, krijgen ze opnieuw vier downs. Het doel is om de bal in de eindzone van de tegenstander te krijgen of een veldgoal te scoren. Er zijn verschillende manieren om de bal te spelen, en contact tussen spelers is een essentieel onderdeel van het spel, maar veiligheid komt altijd op de eerste plaats.
In een Amerikaans voetbalteam zijn er meestal 53 spelers op de roster, maar slechts 11 spelers staan tegelijkertijd op het veld. Het team is verdeeld in aanval, verdediging en speciale teams, en spelers hebben vaak gespecialiseerde rollen. Dit betekent dat teams strategisch kunnen wisselen tussen spelers afhankelijk van de situatie in het spel om zo het beste gebruik te maken van hun vaardigheden.
Het doel van het spel in American football is simpel: je wilt meer punten scoren dan je tegenstander. Dit kan gedaan worden door touchdowns te scoren, wat 6 punten oplevert, en daarna een extra punt of een tweepunts conversie kan maken. Daarnaast kun je punten scoren door een veldgoal te maken, wat 3 punten oplevert. Het spel is dus een constante strijd om het veld te veroveren en te scoren.
De score in American football kan op verschillende manieren worden bepaald. Een touchdown levert 6 punten op, gevolgd door de kans op een extra punt of een tweepunts conversie. Een veldgoal, dat wordt geschoten vanaf het speelveld, levert 3 punten op. Daarnaast is er de mogelijkheid om een safety te maken, wat 2 punten oplevert wanneer de tegenstander in zijn eigen eindzone wordt getackeld. Dit maakt het belangrijk om zowel goed aan te vallen als verdedigen.
De belangrijkste posities in American football zijn onder andere de quarterback, die als de leider van het team fungeert en de plays dicteert. De running backs zijn verantwoordelijk voor het rennen met de bal, terwijl wide receivers zich bezighouden met het vangen van passes. Op de verdediging zijn er spelers zoals linebackers en defensive backs die proberen de aanvallers te stoppen. Speciale teams bestaan uit spelers die betrokken zijn bij kicks en punts.