Het is belangrijk om je bonsai Pinus regelmatig water te geven, maar zonder te overwateren. Controleer de bovenste laag van de aarde: als deze droog aanvoelt, is het tijd om water te geven. Gebruik een fijne gietkan zodat je de wortels niet verstoord. Zorg ervoor dat het overtollige water goed kan weglopen om wortelrot te voorkomen. Dit kan helpen om een goede balans te vinden.
Bonsai Pinus houdt van veel licht, maar directe volle zon kan soms schadelijk zijn, vooral tijdens hete zomers. Ideaal is een plek met heldere, indirecte verlichting. Een raam op het zuiden kan goed zijn, maar zorg dat je de boom niet te lang aan directe zon blootstelt, dat kan de naalden verbranden. Schaduw in de middag is vaak een goed idee.
Verpotten doe je doorgaans eens in de 2 tot 3 jaar, maar let goed op de groei van je bonsai. Gebruik een goede bonsaigrond die goed afwatert. Verwijder voorzichtig de oude grond en knip positief de wortels bij. Plaats de bonsai in de nieuwe pot en vullen met verse aarde. Het is belangrijk om dit te doen in het voorjaar, wanneer de groei begint.
Bonsai Pinus heeft doorgaans voeding nodig tijdens het groeiseizoen, dat is meestal van het vroege voorjaar tot de late zomer. Gebruik een vloeibare bonsai bemesting en verdun het tot de aanbevolen dosis. Bemest elke maand voor de beste resultaten, maar vermijd bemesting in de winter, aangezien de plant dan in rust is.
Problemen met je bonsai Pinus kunnen zich uiten in verkleurde naalden, verwelking of stilstaande groei. Controleer altijd op tekenen van ziekten of plagen. Als de naalden geel worden, kan dit duiden op te veel of te weinig water. Bruine naalden kunnen wijzen op een te veel zon of een tekort aan voedingsstoffen. Pas je verzorging aan op basis van deze signalen.