Je kunt halfdroog hout herkennen aan een aantal kenmerken. Ten eerste is het vaak wat lichter van kleur dan nat hout. Daarnaast zie je soms scheuren in de schors of het hout zelf. Als je erop klopt, klinkt het hol doordat er nog lucht in het hout zit. Het vochtgehalte is meestal tussen de 20% en 30%, wat ervoor zorgt dat het niet volledig droog is.
Het gebruik van halfdroog brandhout heeft verschillende voordelen. Ten eerste brandt het gemakkelijker dan nat hout, wat betekent dat je sneller een vuur kunt maken. Bovendien produceert het minder rook dan nat hout, wat beter is voor de luchtkwaliteit in en rondom je huis. Ook helpt het om een constante temperatuur te behouden tijdens het stoken.
Ja, je kunt halfdroog hout prima gebruiken voor een open haard. Het brandt redelijk goed en produceert warme vlammen. Houd er echter rekening mee dat het iets meer tijd kan kosten om goed te ontbranden in vergelijking met volledig droog hout. Zorg ervoor dat je wat aanmaakhout of kleiner brandhout erbij hebt om het vuur goed op gang te laten komen.
De beste manier om halfdroog hout te bewaren is op een droge, goed geventileerde plek. Zorg ervoor dat het hout niet direct op de grond ligt, zodat het minder snel in contact komt met vocht. Een afdak of een houtopslag kan helpen om het hout te beschermen tegen regen en de elementen. Probeer het hout ook niet te dicht op elkaar te stapelen, zodat er voldoende luchtcirculatie is.
Als je schimmels op je halfdroog hout ziet, is het belangrijk om te controleren hoe ernstig de schimmel is. Schoon het hout af met een borstel of schraper om de schimmel te verwijderen. Zorg er ook voor dat je het hout goed opdroogt op een goed verluchte plek. In ernstige gevallen is het misschien beter om het besmette hout weg te gooien om verdere verspreiding te voorkomen.