Je kunt brandhout het beste gebruiken door ervoor te zorgen dat het hout goed droog is. Zet het hout in kleine stapels, zodat de lucht er goed bij kan komen. Zorg er ook voor dat er voldoende ruimte tussen de stukken hout zit, zodat het vuur goed kan branden. Een goede manier om het hout aan te steken is met krantenpapier, of gebruik aanmaakblokjes als je dat handiger vindt. Vergeet niet om het vuur niet te groot te maken, anders kan de rook zich ophopen.
Goed gedroogd hout, dat wil zeggen hout dat minimaal een jaar heeft liggen drogen, heeft veel voordelen. Het brandt efficiënter, produceert minder rook en geeft minder creosoot in de schoorsteen. Dit betekent dat je minder vaak de schoorsteen hoeft te laten vegen en dat je minder schadelijke stoffen in de lucht stoot. Bovendien is de warmteafgifte van goed gedroogd hout hoger, waardoor je meer warmte uit elke houtstapel haalt.
De meest geschikte houtsoorten om te stoken zijn loofbomen zoals eik, beuk en berk. Eikenhout brandt langzaam en is ideaal voor langdurig stoken, terwijl beukenhout een aangename geur geeft en snel aansteekt. Berkenhout heeft een korte brandtijd, maar produceert veel warmte, wat het venijnig maakt voor een snel vuurtje. Vermijd naaldhout zoals dennen, omdat dit veel hars bevat en snel creosoot kan vormen.
Het beste is om brandhout op een droge, goed geventileerde plek op te slaan. Zorg ervoor dat het hout van de grond is, zodat het niet vochtig wordt. Gebruik bijvoorbeeld een pallet of leg het op een hoop. Dek het geheel af met een zeil, maar zorg ervoor dat de zijkanten open zijn voor ventilatie. Zo kan er geen vocht in het hout trekken, maar blijft het toch droog tijdens de regen.
Als je merkt dat je brandhout schimmelt, is het belangrijk om het niet te gebruiken. Schimmel kan schadelijk zijn voor je gezondheid. Het beste is om het aangetaste hout weg te gooien of een nieuwe hoop te maken met goed gedroogd, besmettingsvrij hout. Zorg ervoor dat je de omgeving waar het hout opgeslagen is goed ventileert om schimmelgroei in de toekomst te voorkomen.