De leeuw komt voornamelijk voor in savannes en graslanden, waar hij genoeg ruimte heeft om te jagen en te bewegen. Ze zijn ook te vinden in enkele bossen, maar het liefst kiezen ze open gebieden waar ze een goed overzicht hebben. Deze leefomgeving biedt niet alleen goede jachtmogelijkheden, maar ook schuilplaatsen voor hun welpen.
Leeuwen hebben een unieke manier van communiceren, wat bestaat uit een scala aan geluiden, zoals brullen, grommen en janken. Het brullen kan tot wel acht kilometer ver gehoord worden en wordt vaak gebruikt om hun territorium af te bakenen. Daarnaast gebruiken ze ook lichaamstaal, zoals het tonen van tanden of het aannemen van specifieke houdingen om hun emoties weer te geven.
Een van de meest unieke kenmerken van de leeuw is de manen van de mannelijke leeuwen. Deze manen variëren in kleur en grootte en kunnen helpen om indruk te maken op vrouwtjes en om rivalen af te schrikken. Daarnaast hebben leeuwen een krachtige lichaamsbouw, scherpe klauwen en tanden die perfect zijn voor het vangen en doden van prooi.
Leeuwen leven in sociale groepen die bekend staan als prides. Een trots kan bestaan uit meerdere vrouwtjes, hun welpen en een aantal mannelijke leeuwen. Dit sociale leven helpt bij het jagen, het opvoeden van de welpen en de verdediging van hun territorium. De vrouwtjes zijn vaak de belangrijkste jagers, terwijl de mannelijke leeuwen verantwoordelijk zijn voor het beschermen van de groep.
Leeuwen hebben een seizoensgebonden voortplantingscyclus. Een vrouwtjesleeuw kan eenmaal in de twee jaar jongen krijgen. De paring kan enkele dagen duren, en meestal worden er één tot vier welpen per worp geboren. De moeder zorgt voor de welpen en houdt ze veilig in de eerste maanden van hun leven, terwijl de rest van de trots zorgt voor voedsel en bescherming.