De belangrijkste doelen van ergotherapie in de psychiatrie zijn het bevorderen van zelfredzaamheid, het verbeteren van de kwaliteit van leven en het ondersteunen van cliënten in hun dagelijkse activiteiten. Dit kan onder andere door het ontwikkelen van vaardigheden, het versterken van sociale interactie en het vinden van manieren om emoties en gedrag beter te reguleren.
Ergotherapie kan bij angststoornissen behulpzaam zijn door technieken aan te bieden die cliënten helpen om beter met hun angst om te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door ontspanningsoefeningen, sociale vaardigheidstrainingen en exposure-therapie, waarbij je stap voor stap blootgesteld wordt aan de angstopwekkende situatie in een veilige omgeving. Hierdoor kan je leren om de angst te beheersen en weer activiteiten op te pakken die je misschien voorkwam vanwege angst.
Een ergotherapie-behandeling bestaat vaak uit een combinatie van individuele sessies en groepstherapie. In deze sessies wordt er diepgaand gekeken naar jouw persoonlijke situatie, het stellen van doelen en het ontwikkelen van strategieën om deze doelen te bereiken. Dit kan inhouden dat je nieuwe vaardigheden leert, maar ook dat je werkt aan het herstel van sociale contacten en het opbouwen van routines.
De samenwerking tussen ergotherapeuten en andere zorgverleners is cruciaal in de psychiatrie. Ergotherapeuten werken vaak samen met psychiaters, psychologen en verpleegkundigen om een holistische benadering van de zorg te waarborgen. Door regelmatig overleg en het delen van observaties, kunnen ze gezamenlijk het behandelplan aanpassen aan de behoeften van de cliënt en zorgen voor een betere communicatie binnen het team.
Technieken die vaak worden gebruikt in de ergotherapie voor psychiatrische patiënten zijn onder andere activiteitstraining, cognitieve gedragstechnieken, en het leren van mindfulness. Deze technieken helpen patiënten niet alleen om hun dagelijkse functioneren te verbeteren, maar ook om beter om te gaan met stress en emotionele onrust.