De belangrijkste thema's in de strips van Nero zijn vaak sociale kritiek, humor en satire. De verhalen zijn doordrenkt met maatschappelijke onderwerpen uit de tijd waarin ze verschenen en bieden een luchtige maar tegelijkertijd prikkelende kijk op de Belgische samenleving.
De belangrijkste personages in de Nero-stripreeks zijn Nero zelf, een goedhartige maar soms naïeve man, en zijn trouwe vriend, het katje Seppe. Andere opvallende figuren zijn de bizar ogende professor Barabas en de sympathieke dief, die steeds weer voor komische situaties zorgen.
De meeste verhalen van Nero spelen zich af in de tweede helft van de 20e eeuw, met een grote focus op de veranderingen in de Belgische cultuur en maatschappij. De strips reflecteren op die tijd, wat ze erg herkenbaar en relevant maakt voor lezers.
De Nero-strip heeft een significante invloed gehad op de Vlaamse cultuur door het aansteken van een liefde voor stripverhalen en het ontwikkelen van een unieke stijl. De humor en herkenbaarheid in de verhalen hebben generaties van lezers aangetrokken en zelfs bijgedragen aan de groei van de stripcultuur in België.
De tekenstijl van Marc Sleen is uniek door zijn combinatie van speelse karikaturen en gedetailleerde achtergronden. Zijn personages hebben vaak overdreven gezichten en lichamen, wat bijdraagt aan de humor van de verhalen. Dit zorgt ervoor dat de strips levendig en aantrekkelijk zijn voor een breed publiek.