In de aardrijkskunde heeft het zenit een aantal belangrijke kenmerken. Ten eerste is het het hoogste punt aan de hemel boven een specifieke locatie. Dit heeft invloed op de hoek waaronder zonlicht de aarde bereikt, wat essentieel is voor temperatuur en weerpatronen. Daarnaast verschilt het zenit afhankelijk van het tijdstip van de dag en het seizoen, wat weer invloed heeft op het gedrag van flora en fauna in dat gebied.
De positie van de zon op het zenit heeft direct invloed op het klimaat in een regio. Wanneer de zon op haar hoogste punt staat, zoals rond de middag op een heldere dag, is de zonne-intensiteit het grootst. Dit kan leiden tot hogere temperaturen en minder schaduw. In gebieden dicht bij de evenaar is de zon vaker in het zenit, wat resulteert in een tropisch klimaat met veel zonlicht en een rijke biodiversiteit.
Het zenit is van groot belang voor navigatie en geografische studies omdat het helpt bij het bepalen van de geografische locatie. Navigators en geografen gebruiken de positie van de zon en de sterren ten opzichte van het zenit om hun positie op aarde te bepalen. Dit kan helpen bij het navigeren op zee of het onderbouwen van geografische kaarten.
Het verschil tussen het zenit en andere hemellichamen in de geografie ligt in de naar beneden gerichte positie van het zenit. Terwijl andere hemellichamen zoals sterren en planeten zich op verschillende posities aan de hemel bevinden, is het zenit specifiek het rechte boven de waarnemer. Dit zorgt ervoor dat de invloed van de zon en het weer vooral centraal staan in beschouwingen omtrent het zenit.
Het zenit verschilt op verschillende breedtegraden in dat de hoogte ervan varieert. In de tropen kan de zon bijna rechtboven in het zenit staan, terwijl op hogere breedtegraden de zon nooit zo hoog komt, en deze een lagere hoek aanneemt. Dit verschil beïnvloedt hoe intens zonlicht is en zorgt voor variaties in klimaat en seizoensveranderingen.