De Franse Revolutie, die begon in 1789, wordt gekenmerkt door de opkomst van de burgerij, de afschaffing van de monarchie en de invoering van de mensenrechten. Het was een tijd van grote sociale verandering, waarbij gelijkheid en vrijheid centraal stonden. De opstandige bevolking streefde ernaar om de macht van de aristocratie te verkleinen en democratische principes in te voeren, wat leidde tot de oprichting van de Franse Republiek.
De Tweede Wereldoorlog, die duurde van 1939 tot 1945, leidde tot enorme veranderingen in Europa. Naast de directe fysieke verwoesting en het verlies van miljoenen levens, resulteerde de oorlog in de oprichting van de Verenigde Naties, die het wereldwijde samenwerken bevorderde. Daarnaast ontstond de Koude Oorlog, wat leidde tot politieke en militaire spanningen tussen Oost- en West-Europa, en markeerde de opkomst van de Europese Unie als een manier om samenwerking en economische integratie te bevorderen.
De ontdekking van Amerika door Columbus in 1492 had verstrekkende gevolgen. Het opende de deur naar de kolonisatie van de Nieuwe Wereld door Europese landen, wat resulteerde in de uitwisseling van culturen, goederen en zelfs ziektes. Dit leidde tot de vernietiging van inheemse beschavingen en een enorme demografische verandering door de verspreiding van Europeanen. Economisch gezien veroorzaakte het een verschuiving van de macht naar Europa en de opkomst van de Atlantische handel.
Belangrijke figuren in de industriële revolutie zijn onder andere James Watt, die stoommachines verbeterde, en Richard Arkwright, die de waterframe uitvond voor de textielindustrie. Daarnaast speelde de Britse ondernemer Isambard Kingdom Brunel een cruciale rol in de bouw van spoorwegen en schepen, wat de industriële vooruitgang enorm versnelde. Deze inventies en ondernemers veranderden het patroon van productie en zorgden voor een verschuiving van agrarische naar industriële samenlevingen.
Het Romeinse Rijk staat bekend om zijn militaire kracht, infrastructuur zoals wegen en aquaducten, en een complex rechtsysteem. De rijken breidden zich uit over Europa, Noord-Afrika en delen van Azië, wat leidde tot een ongekende culturele uitwisseling en integratie. De Romeinse wetgeving en architectuur hebben een blijvende invloed gehad op latere samenlevingen, en het latijn bleef de basis voor veel moderne Europese talen.