Mantaroggen zijn filtervoeders, wat betekent dat ze zich voeden met kleine beestjes die in het water rondzwemmen. Ze filteren hun voedsel, zoals plankton en kleine vissen, door het water door hun kieuwen te laten stromen. Dit doen ze meestal in ondiepe wateren, waar er veel voedsel beschikbaar is.
Mantaroggen komen voor in tropische en subtropische wateren over de hele wereld. Je kunt ze vaak tegenkomen in de buurt van koraalriffen, waar ze genoeg voedsel vinden. Ze hebben een voorkeur voor warmere wateren, maar kunnen zich ook in koelere zeeën ophouden.
Als je ooit een manta hebt gezien, dan weet je dat ze elegant en vloeiend door het water bewegen. Ze gebruiken hun grote vinnen om zich voort te stuwen, en kunnen heel snel zwemmen als dat nodig is. Door hun speciale lichaamsvorm kunnen ze zich gemakkelijk door het water manoeuvreren, wat hen helpt om hun prooi te vangen.
Ondanks hun grote formaat hebben mantaroggen niet veel natuurlijke vijanden. Het grootste gevaar komt meestal van mensen, zoals bijvangst of vervuiling van hun leefomgeving. Haaien kunnen ook een bedreiging vormen voor kleinere mantaroggen, maar over het algemeen zijn ze vrij veilig in hun natuurlijke habitat.
Als een manta zich bedreigd voelt, kan hij snel wegzwemmen om aan gevaar te ontsnappen. Ze hebben de mogelijkheid om zich snel in een andere richting te draaien en te versnellen. Bovendien kunnen ze zich soms camoufleren in de schaduw van het water, waardoor ze minder opvallen voor mogelijke vijanden.