Je kunt een achterlicht zelf vervangen door eerst de motor uit te schakelen en de kofferbak te openen. Vaak moet je de achterlichtunit losschroeven met een schroevendraaier. Vervolgens kun je de oude lamp eruit trekken en de nieuwe lamp op dezelfde manier plaatsen. Zorg ervoor dat alles goed vastzit voordat je de kofferbak sluit en de verlichting test.
Een defect achterlicht kan verschillende symptomen hebben. De meest evidente is dat de lamp niet brandt wanneer je het achterlicht aanzet. Daarnaast kan het ook knipperen of een felle kleur hebben, wat aangeeft dat de lamp aan het falen is. Soms kan er ook een melding op je dashboard verschijnen, afhankelijk van het model.
Om te controleren of je achterlicht werkt, kun je iemand vragen om in de auto te zitten terwijl jij achter de auto staat. Zet het contact aan en vraag hen om het achterlicht aan te schakelen. Als je zelf geen hulp hebt, kun je een spiegel gebruiken om het achterlicht vanuit je raam te checken.
Om de lamp in je achterlicht te vervangen, begin je met het uitschakelen van de motor en het openen van de kofferbak. Zoek de schroeven die de achterlichtunit op zijn plaats houden en verwijder deze. Trek voorzichtig de achterlichtunit naar je toe, draai de oude lamp eruit en plaats de nieuwe lamp in de juiste positie. Zorg ervoor dat je de achterlichtunit weer goed vastschroeft voordat je alles test.
Als je achterlicht blijft branden, zelfs als de auto uit staat, kan dit een probleem zijn met de schakelaars of bedrading. Controleer of de lamp goed is geïnstalleerd en sluit opnieuw. Als het probleem aanhoudt, is het aan te raden om een professional te raadplegen die de elektrische systemen van de auto kan controleren.